De bewonerscommissie Diamantbuurt heeft drie bijzondere leden, Igor Kramer (voorzitter), Eline van Beek (secretaris) en Peter van Maaren (penningmeester). Bijzonder omdat het een gemengde bewonerscommissie is: met een koper erin (Eline) en bijzonder omdat ze in de buurt dingen voor elkaar krijgen die uitzonderlijk zijn. In twaalf jaar tijd is de Diamantbuurt van een ernstige probleemwijk in een soort familiedorp veranderd. Geen dorp zonder problemen, maar er is saamhorigheid en sociale samenhang. De commissie vreest voor die samenhang als er meer woningen verkocht gaan worden. En dat is het plan.
Oud en nieuw
Hoe doe je dat, samenhang bouwen in de buurt? Met veel tijd, veel geld is er niet eens echt voor nodig. Buurtbewoners en Combiwel, een Amsterdamse organisatie die zich inspant om de collectieve leefbaarheid in de stad te verbeteren, hebben projecten opgezet met ouderen en jongeren samen. ‘Jongeren gingen boodschappen doen voor de ouderen. We organiseren tafels waar ze bespreken hoe het is om oud te zijn en om jong te zijn. Er is een ploegje dat ouderen helpt hun tuin te onderhouden… zo kweek je begrip en samenhang.’
Kopers en huurders
Als Peter van Maaren door de buurt loopt wordt hij door iedereen gegroet en hij groet iedereen. Met sommige kopers is dat anders. Die lijken altijd wel haast te hebben. ‘Onlangs werd aangekondigd dat blok 5 in de Diamantbuurt verkocht zou gaan worden. Ze gaan geleidelijk verkopen in de komende 20 jaar. Niemand hoeft gedwongen te verhuizen. Maar die angst leeft meteen heel erg. Moeten we dan de buurt uit? Dat hoeft gelukkig niet.
‘Sinds 2004 hebben we veel contact gelegd met alle soorten buurtbewoners, ook de criminele jongeren en junkies, ook de mensen van de GGZ die hier wonen. We willen dat iedereen hier kan wonen. Ook kopers zijn welkom. Er zit bij ons in de bewonerscommissie ook iemand die haar huis heeft gekocht, maar we merken dat de sfeer verandert.
‘Ik hoop dat mensen een huis kopen en dat gemeenschapsgevoel erbij krijgen en niet alleen het aantal vierkante meters. Het zou fijn zijn als we daar met Stadgenoot en de buurt iets op kunnen verzinnen.’
Foto: Charlotte Bogaert

